Taal

Het gebruik van taal is in onze maatschappij erg belangrijk. Zo wordt er van ons verwacht dat we met taal kunnen aangeven wat we willen, wat we weten, hoe we ons voelen enzovoorts. Maar een goede taal is niet voor iedereen vanzelfsprekend. Sommige kinderen of volwassenen hebben daar extra hulp bij nodig. Voorbeelden van taalstoornissen zijn:


  • Vertraagde/verstoorde taalontwikkeling – Een kind kan problemen hebben met de passieve taal (het begrijpen) en/of met de actieve taal (het spreken zelf). Taal kan onderverdeeld worden in de volgende drie categorieën:
    (1) de taalvorm (bijv. woordenschat, zinsopbouw, het vervoegen van werkwoorden)
    (2) de taalinhoud (bijv. verhaalopbouw)
    (3) het taalgebruik (bijv. het vertellen van een verhaal, reageren op vragen, sociale interactie ).


  • Dyslexie – Problemen met lezen en/of spellen.


  • Afasie – Een taalstoornis bij volwassenen als gevolg van hersenletsel bv door een beroerte.

Onderzoek: De logopedist kan door middel van een eerste vragengesprek en genormeerde testen en onderzoeken achterhalen wat de oorzaak en ernst van het taalprobleem is. Meestal zal de eerste of eerste paar behandelingen besteed worden aan het in kaart brengen daarvan.

Behandeling: Bij de behandeling van kinderen wordt spelenderwijs en systematisch geoefend met het verbeteren van de taal. Ouders zijn over het algemeen aanwezig bij de behandeling, zodat zij goed op de hoogte zijn van de inhoud van de behandeling en weten hoe zij er thuis en in het dagelijks leven verder mee aan de slag kunnen. Bij de behandeling van volwassenen wordt gebruik gemaakt van methodes om systematisch te oefenen. Daarnaast wordt veelvuldig geoefend met het toepassen van de geoefende technieken in dagelijkse situaties.